Augustus is pruimentijd. We zien de mooiste pruimen nu overal liggen op de markt. En wie gaat wandelen in de omgeving van Berlijn, plukt ze zo uit de bomen of koopt ze voor bijna niets bij een standje langs de weg. Je vindt hier meestal de kleintjes, die Zwetschgen genoemd worden, kwetsen dus. Ik heb meteen een zak gekocht. En omdat er ook van die lekkere abrikozen, dikke Franse pruimen en zure kersen waren, gaan die dit keer mee in de vulling van deze typische Duitse Streuselkuchen.
Zoet, 8 personen
Bereidingstijd: 30 minuten, plus 30 minuten oventijd
100 g zachte boter
5 el honing
2 eieren
250 g kwark
1/2 tl zout
sap en geraspte schil van 1/2 citroen
400 g zelfrijzend bakmeel (of 400 g bloem gemengd met 1 zakje bakpoeder)
Voor de vulling en het kruimeldeeg:
1 kg pruimen, kersen, abrikozen (gewogen met pit)
100 g bloem
100 g koude boter, in blokjes
100 g rietsuiker
50 g gemalen of fijngehakte blanke amandelen
Extra: rechthoekige bakvorm (ca. 20×30 cm), ingevet en bekleed met bakpapier
1. Verwarm de oven voor op 180 C. Klop in een kom de boter met honing romig. Klop er een voor een de eieren door en meng er de kwark, het zout, het citroensap en –rasp door. Voeg het bakmeel in porties toe en meng goed tot je een ietwat elastische, plakkerige massa hebt. Dek de kom af met een theedoek en laat even staan terwijl je de vulling en kruimellaag maakt.
2. Ontpit al het gewassen fruit. Snijd de pruimen en abrikozen in stukjes of plakjes, halveer de kersen.
3. Kneed en wrijf met je vingertoppen de ingrediënten voor het kruimeldeeg snel tot grove kruimels.
4. Neem het elastische deeg uit de kom en druk het uit in de bakvorm. Bedek met het fruit en bestrooi met het kruimeldeeg. Bak de Streuselkuchen ongeveer 30 minuten in de oven, als je er een spies insteekt moet hij er schoon uitkomen. Laat voor het aansnijden afkoelen.
