Mijn grootmoeders appeltaart

KTF appels-0464
Heimwee naar Holland is ook heimwee naar oma van 94. Toen ik laatst in een van haar oude kookboeken een briefje met dit recept voor Hollandse appeltaart tegenkwam, moest ik het meteen maken. Het recept is waarschijnlijk van vlak na de oorlog, getypt op een inmiddels vergeeld en beduimeld papiertje. Mijn oma vertelde me (we skypen elkaar wekelijks) dat het van de jongste zus van mijn overgrootmoeder was. Onderaan het recept heeft ze, heel schattig, alle familieverjaardagen getypt. Het blijkt een feestelijk verjaardagstaartje te zijn geweest.

De taart werd gemaakt in een zogenaamde ‘zandtaartvorm of mesjesvorm’, een lage vorm. De appels werden in hele dunne plakjes gesneden en in cirkels en ‘dakpansgewijze in den vorm’ gelegd. Tussen de laagjes werd kaneel, suiker en ‘desverkiezend gewassen rozijnen’ gestrooid. Inmiddels heb ik de taart vier keer gemaakt en ik moet eerlijk zeggen dat ik het recept voor het deeg wat heb veranderd. Er zat nogal weinig boter en suiker in, iets wat te maken kan hebben met de na-oorlogse periode. Maar verder is het een heerlijk, mooi en vooral heel dierbaar familierecept.

Voor 6-8 personen
Bereidingstijd: 35 minuten, plus 45 minuten oventijd

Voor het deeg
300 g zelfrijzend bakmeel
140 g suiker
1 zakje vanillesuiker
175 g koude boter, in blokjes
1 ei, losgeklopt
bloem, om te bestuiven

Voor de vulling
5 zure appels (bijv Granny Smith)
2-3 el suiker
evt. een handje rozijnen
1-2 tl kaneel

Extra: evt. keukenmachine, appelboor, ingevette lage ronde taartvorm (24 cm doorsnee)

1. Verwarm de oven voor op 175°C. Doe het meel samen met de suiker, vanillesuiker, boter en een mespunt zout in de kom en wrijf het met je vingers tot het op fijn broodkruim lijkt (of doe het op de moderne manier en gebruik een keukenmachine). Voeg 2/3 van het losgeklopte ei en 1 el koud water toe en kneed het zo kort mogelijk tot je een samenhangend deeg hebt. Vorm er een bal van en leg afgedekt in de ijskast terwijl je de vulling maakt.

2. Schil de appels en duw er met behulp van een appelboor het klokhuis uit. Snijd de appels in hele dunne plakjes (2 mm dik).

3. Bestrooi een werkvlak met wat bloem en rol het deeg uit tot het een dunne lap van 1-2 mm dik.  Snijd er een ronde lap zo groot als de taartvorm uit en beleg de vorm ermee. Het deeg dat je overhoudt (ongeveer 1/3) bewaar je voor de bovenkant van de taart. Gebruik vooral niet teveel deeg voor de bodem, want dan hou je niet genoeg voor het vlechtwerk over; ga -net als vroeger- vrij zuinig te werk.

4. Leg de plakjes appel in cirkels en dakpansgewijs in de vorm. Als het goed is kun je met de appelplakjes 3 lagen maken; strooi tussen de lagen telkens kaneel, 1 el suiker en wat rozijnen. Let erop dat de laatste laag mooi en netjes is.

5. Rol de rest  van het deeg uit en snijd hiervan lange dunne repen. Leg de repen in een ruitvorm boven op de taart. Bestrijk het deeg met de rest van het ei.

6. Bak de taart ca. 45 minuten in het midden van de oven gaar en goudbruin.  Neem uit de oven en laat tot lauw of koud afkoelen. Lekker met geklopte slagroom of vanille-ijs.

Sign up for our KitchenTableFood Newsletter
And receive the latest posts and more right into your mailbox!
* = required field

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

Comment *